Anciënniteitspremies die in cash, in de vorm van een geschenk of waardebon worden toegekend, zijn vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen onder de volgende voorwaarden:
a) maximaal 2 keer toegekend tijdens de loopbaan van een werknemer bij een werkgever;
b) de eerste toekenning van de premie vindt ten vroegste plaats in het kalenderjaar waarin de werknemer 25 jaar in dienst is bij de werkgever en het bedrag van de premie is ten hoogste gelijk aan één keer het bruto maandloon;
c) de tweede toekenning vindt ten vroegste plaats in het kalenderjaar waarin de werknemer 35 dienstjaren bij de werkgever bereikt en het bedrag van de premie bedraagt maximaal tweemaal het bruto maandloon.
Als de anciënniteitspremie hoger is dan het vastgestelde bedrag, zijn de gebruikelijke socialezekerheidsbijdragen verschuldigd op het overschreidend gedeelte.
In principe moet de werknemer 25 of 35 jaar voor dezelfde werkgever gewerkt hebben. De RSZ aanvaardt echter (op restrictieve wijze) dat rekening mag worden gehouden met de dienstjaren die de werknemer heeft vervuld bij werkgevers die deel uitmaken van dezelfde groep of dezelfde technische bedrijfseenheid.
In afwijking hiervan kan een werkgever ook opteren voor de formule die erin bestaat de premie vast te leggen op basis van het gemiddelde bruto maandloon in zijn onderneming. Werkgevers die voor deze formule kiezen, moeten voor elk kalenderjaar de gemiddelde bruto maandbezoldiging in de onderneming vaststellen op basis van de verhouding tussen de uitbetaalde bezoldigingen en het aantal voltijdse equivalenten tijdens het voorgaande kalenderjaar. Tijdens hetzelfde kalenderjaar mag een werkgever niet beide berekeningswijzen tegelijk toepassen.
Beschrijving werknemersbelastingen
Anciënniteitspremies die in cash, in de vorm van een geschenk of waardebon worden toegekend, worden beschouwd als een belasting vrijgesteld sociaal voordeel onder de volgende voorwaarden:
a) maximaal 2 keer toegekend tijdens de loopbaan van een werknemer bij een werkgever ;
b) de eerste toekenning van de premie vindt ten vroegste plaats in het kalenderjaar waarin de werknemer 25 jaar in dienst is bij de werkgever en het bedrag van de premie is maximaal één keer het bruto maandloon;
c) de tweede toekenning vindt ten vroegst plaats in het kalenderjaar waarin de werknemer 35 dienstjaren bij de werkgever bereikt en de hoogte van de premie bedraagt maximaal tweemaal het bruto maandloon.
Als de maximumlimiet wordt overschreden, wordt alleen het deel van de anciënniteitspremie dat de vastgestelde limiet overschrijdt beschouwd als een belastbaar voordeel. De hierboven bedoelde vrijstelling van belastingen geldt niet voor een premie die toegekend zou worden naar aanleiding van de pensionering of in geval van sluiting van de onderneming.
In principe moet de werknemer 25 of 35 jaar voor dezelfde werkgever hebben gewerkt. De fiscale administratie, die zich in deze materie aligneert op de RSZ, aanvaardt echter (op restrictieve wijze) dat rekening mag worden gehouden met de dienstjaren van de werknemer bij werkgevers die deel uitmaken van dezelfde groep of dezelfde technische bedrijfseenheid.
In afwijking hiervan kan een werkgever ook kiezen voor de formule waarbij de uitkering wordt vastgesteld op basis van het gemiddeld bruto maandloon in de onderneming. Werkgevers die voor deze formule kiezen, moeten voor elk kalenderjaar het gemiddelde maandelijkse brutoloon in de onderneming vaststellen op basis van de verhouding tussen het betaalde loon en het aantal voltijdse equivalenten tijdens het vorige kalenderjaar. Tijdens hetzelfde kalenderjaar mag een werkgever niet beide berekeningsmethoden tegelijk toepassen.
Beschrijving aftrekbaarheid werkgever
Anciënniteitspremies die kwalificeren als van belasting vrijgestelde sociale voordelen zijn niet aftrekbaar als beroepskost.
Als de werkgever een anciënniteitspremie toekent waarvan het bedrag hoger is dan de limiet die is vastgesteld voor vrijstelling als een sociaal voordeel, kan de werkgever alleen het deel dat de maximumlimiet overschrijdt aftrekken als beroepskost, op voorwaarde dat hij de premie opneemt als een belastbaar voordeel alle aard op de fiscale fiche (op straffe van toepassing van de aanslag geheime commissielonen van 100%, die niet aftrekbaar is als beroepskost voor vennootschapsbelastingdoeleinden).
Als een werkgever de twee methoden voor de berekening van het maximale vrijgestelde bedrag van de anciënniteitspremies (op basis van het bruto maandsalaris en op basis van het gemiddelde bruto maandsalaris in de onderneming) combineert tijdens hetzelfde kalenderjaar, dan vormen de anciënniteitspremies aftrekbare bedrijfskosten (op voorwaarde dat ze worden opgenomen als een belastbaar voordeel alle aard op een fiscale fiche (op straffe van toepassing van de aanslag geheime commissielonen van 100%, die niet aftrekbaar is als beroepskost voor vennootschapsbelastingdoeleinden)).